dinsdag

Zieltogend links-liberalisme

NRC Handelsblad afficheert zich onder meer als ‘slijpsteen voor de geest’. Dat klinkt helder en objectief, maar alvorens de geest aan deze steen te slijpen, doet de lezer er goed aan zich te realiseren om welke steensoort het hier gaat. “De generatie van '68 bereidt zich voor op haar pensioen”, zo heet het onder meer in het hoofdartikel van 8 mei (“Het jacobijnse liberalisme”). Dat mag zo zijn, maar het scherm waarop de redactie haar inzichten projecteert, draagt nu juist de kleur van die grijze generatie - of althans van het gearriveerde deel daarvan. In dat gedateerde en verre van objectieve wereldbeeld is de LPF “een brave oppositiepartij geworden”, zijn de ontevredenen van 2002 “weer ondergronds gegaan”, komen radicale maatschappelijke omwentelingen niet langer uit de links-progressieve maar “uit tegenovergestelde hoek” en zien wij een verschuiving van (linkse) solidariteit via (markt)prikkels naar “de knoet” van Balkenende, Zalm en Verdonk.
Jammer alleen dat het grootste deel van links en linksig Nederland maatschappelijke omwentelingen al sinds de jaren tachtig niet meer erg hoog op de agenda had staan, laat staan radicale. De vraag is op wie de term conservatief (in de meest letterlijke zin: behoudend, pro-status quo, anti-verandering) nu eigenlijk het meest van toepassing is. Ook jammer dat men qua woordkeus zijn lesje nog steeds niet heeft geleerd: die “knoet” is echt potsierlijk! Na dertig jaar Gedoogparadijs komt kennelijk zelfs de plumeau van Balkenende c.s. hard aan … Het is een truc die men ter linkerzijde vaak toepast: dreigt bijvoorbeeld onze volledig uit de hand gelopen Vertroetelstaat weer enigszins te worden bijgesteld in de richting van wat Drees ooit voor ogen stond, dan spreekt men meteen van de Uitverkoop van de Beschaving.
En wat betreft de Lijst Pim Fortuyn: die werd opgericht in februari 2002; in de twee jaar die volgden op de gewelddadige dood van haar stichter, is er in de piepjonge LPF van alles gebeurd en heeft zij zich zeker niet altijd van haar beste kant laten zien, maar hoe braaf en ingekapseld zij is, moet worden afgewacht. Voorlopig is de LPF de enige Nederlandse partij met een afwijkend Europa-standpunt! ‘Ondergronds’ gaat in elk geval niet op voor een politieke partij met afgevaardigden in de Eerste en Tweede Kamer, Provinciale Staten en een aantal gemeenteraden.

Maar meer dan om de LPF gaat het in dit hoofdartikel natuurlijk om de veel bredere anti-regentenbeweging, de opstand der burgers, de anti-gedoogbeweging, de ‘leefbaar-beweging’, de politieke incorrectheid, de ‘multiculturalisme is niet heilig’-beweging … of hoe je de revolte van 2002 ook maar wilt benoemen. En de gedachte dat die beweging met Fortuyn ondergronds is gegaan, heeft een wel heel zichtbare moeder: het wensdenken van diezelfde gesettelde zestigers!
In het artikel wordt niet ontkend dat er sinds Fortuyn een andere wind waait: die van wat men noemt het activistisch conservatisme. (Dat is, voor alle duidelijkheid, niet hetzelfde als conservatief activisme. Dát zou pas een echte tegenhanger zijn van het progressief activisme dat Fortuyn zijn leven kostte, de vrouw van Hans Janmaat een been, staatssecretaris Kosto zijn huis, de Macro en Shell miljoenen, menig politicus zijn goeie goed en talloze laboratoriummedewerkers en agrariërs hun gemoedsrust.) Dat activistisch conservatisme wil eindelijk iets doen aan wat Fortuyn voor het gemak de puinhopen van Paars noemde (het puin in kwestie is op zijn minst voor een deel van veel eerdere datum). Voor veel babyboomers bestaat er niets anders dan, enerzijds, het idealistische maakbaarheidsdenken van hun jonge jaren en, anderzijds, de ‘alles moet kunnen’-mentaliteit die overbleef toen bleek dat kapitalisme en consumptiedrift een stuk taaier waren dan gehoopt, en zij inmiddels zelf het ooit zo bestreden establishment waren geworden. Als verongelijkte kinderen staren zij nu naar de puinhoop die zij er inderdaad van gemaakt hebben en zeggen zij te vrezen voor “staatstoezicht, interventie en dwang (…) in de politieke voetsporen van de jacobijnen”. Tja …
En kan men met droge ogen volhouden dat in ons wetten- en reglementenlandje, deze kostbare speelplaats voor ‘beleidsmedewerkers’ en andere regelneven van overheidswege, de markt sinds de jaren negentig vrij baan heeft gekregen? Kennelijk wel, want de krant van Licht en Vrijheid (Lux et Libertas) beweert het.
You don’t need to be a weatherman to know which way the winds blows, maar wie beweert dat anno 2004 de “nieuwe standaard luidt dat ieder maatschappelijk probleem met wetgeving dient te worden bestreden”, heeft noch Fortuyn, noch Balkenende begrepen. De keuze tussen de Maakbare Samenleving en het volstrekte laissez faire van Gedoogparadijs Nederland is een valse. Waarom zou je geen voorstander kunnen zijn van een overheid die strenger is en tegelijk kleiner, minder ambitieus, duidelijker en efficiënter ?

Hans Aniba

Geen opmerkingen: